Voor- en tegenstanders van het associatieverdrag met Oekraïne zetten mediatechnieken in om angst te cultiveren.
Door: Ruurd Oosterwoud. In: de Volkskrant.
De Maidanprotesten, de val van Janoekovitsj, de annexatie van de Krim en het daaropvolgende gewapende conflict werden vergezeld door de heropleving van een oud fenomeen: Russische desinformatie. Door een geoliede machine werd de rest van de wereld beïnvloed middels mediatechnieken die resoneerden uit de tijd van de Koude Oorlog, waarbij ‘de Kievse junta’ het steevast moest ontgelden. Tot mijn verbazing overkomt het de Oekraïners nu weer, maar deze keer heeft Rusland daar weinig mee te maken.
Bij desinformatie gaat het in essentie om hoeveelheid, herhaling en emotie. Het waarheidsgehalte van een bericht is niet van belang. Door een te grote hoeveelheid aan berichten is de ontvanger niet meer in staat om alle informatie te beoordelen, zeker als het nieuwe inzichten bevat. Hierdoor is men vatbaarder voor een emotionele overtuiging of een standpunt. Van opzettelijke misleiding hoeft overigens geen sprake te zijn. Verwarring en desinteresse, met tegelijkertijd een sterke emotionele overtuiging – het onderbuikgevoel – zijn het resultaat.
De angst van SP en de Jonge Socialisten
Voorbeelden van Russische desinformatie rond het referendum zijn het dreigende filmpje van het Azov-bataljon en een suggestief bericht over een ‘verdacht’ auto-ongeluk van ‘een prominent tegenstander’. Deze berichten wisten echter geen momentum te vergaren en hebben dan ook weinig effect gehad. Meer hoeven de Russen overigens ook niet te doen, de stroom suggestieve, herhalende en emotionele desinformatie is namelijk met name een binnenlands product. Hoewel de tegenstanders in het debat de overhand hebben, treffen beide kampen hier blaam. De angst die de SP cultiveert met haar drie keer nee-campagne is volledig vergelijkbaar met de angst voor Poetin waar de Jonge Socialisten op inspelen middels hun kleurplaatcampagne.
Het idee dat desinformatie een sterke staatscontrole vergt, is onterecht. Belangrijker is dat het actief wordt gecultiveerd. Waar in Rusland het monopolie daarop ligt bij de politieke top, wordt deze rol in Nederland vervuld door enkele politieke partijen, burgerfora en een invloedrijke weblog. Een belangrijke rol is daarnaast weggelegd voor de zogenoemde ’trollenlegers’: personen die discussies op sociale media belemmeren en commentaren schrijven onder nieuwsartikelen. In Rusland worden ze betaald, hier zijn het boze vrijwilligers. Wat betreft productiviteit maakt beloning geen verschil.
Kakafonie aan meningen en feiten
Het resultaat is een verdeelde samenleving die uit volle overtuiging voor of tegen is, zonder nog verbonden te zijn met de kern van het debat. Meer informatie werkt op dit moment niet meer. Het is juist de overvloed, de kakafonie aan meningen en feiten die ons onwetend maakt.
Laten we de scheuring tussen voor- en tegenstanders niet groter maken en een voorbeeld nemen aan Oekraïne. Toen Oekraïne werd bedolven onder Russische desinformatie hebben jonge journalisten daar StopFake.org opgericht. Een journalistiek initiatief om onderscheid te maken tussen feit en fictie in een explosieve situatie. Kijkt u gerust op de site – sinds kort ook in het Nederlands – om te lezen hoe een team vrijwilligers op analytische wijze desinformatie ontleedt. Daar kunnen de SP, de Jonge Socialisten en bovenal GeenStijl een voorbeeld aan nemen. Het Oekraïense StopFake cultiveert nuance en harmonie, en dat is precies wat is zoekgeraakt in het Nederlandse debat.
Ruurd Oosterwoud is Rusland-expert en studeerde af op desinformatie.
In: de Volkskrant.