Andreas Umland schrijft voor Intersection Project over hoe de hybride oorlog van het Kremlin tegen Oekraïne de Maidanrevolutie schaadt.
In tegenstelling tot de hoge verwachtingen na de formatie van de eerste regering na de Euromaidan begin 2014, verloopt de praktische invoering van Kievs ambitieuze hervormingsplannen veel te langzaam en inconsequent. Met uitzondering van een paar innovaties, zoals de nieuwe, goedgeklede politie, blijven veel grote hervormingen onzichtbaar en is het wachten tot ze ingevoerd kunnen worden. Een radicale herstructurering van de Oekraïense overheid – wat twee jaar geleden onvoorstelbaar leek – is pas net begonnen. Op sommige gebieden moeten ze zelfs nog beginnen, zoals de hervorming van het rechtssysteem. Sceptici betwijfelen of het überhaupt mogelijk is om Oekraïne te hervormen met de huidige regering en het parlement dat in oktober 2014 is gekozen – ondanks het feit dat de Oekraïense leiders kunnen rekenen op een grote coalitie die unaniem de Oekraïense toenadering tot de EU en de NAVO steunt.
Waar komt deze tegenstijdigheid vandaan? De standaarduitleg van dit dilemma leidt naar de dwarse Oekraïense politieke en economische elite. De verstrengeling van de Oekraïense pedante en corrupte overheid met haar notoire uitbuitende oligarchen en haar invloed op afgekochte politici is zonder twijfel een – zo niet de – kern van het probleem in Oekraïne. De paradox van de huidige situatie is dat het verwijderen van deze oude tumor uit de Oekraïense samenleving zowel het primaire doel was van de revolutie als het dominante thema van het hervormingsprogramma van de postrevolutionaire regering. De belangrijkste motivatie voor de geplande hervormingen – de woekerende corruptie in alle lagen van de Oekraïense samenleving – zou nu, gek genoeg, een slechte voorbode kunnen zijn.
Toehoorders die loyaal zijn aan Moskou of beïnvloed worden door de propaganda van het Kremlin behoeven geen nadere uitleg over deze tegenstrijdigheden. In een land waarin sprake is van een fascistische staatsgreep, etnische zuivering, een bloederige burgeroorlog, een afstandsbediening van Washington, anti-Russische pogroms, concentratiekampen voor Russischtaligen etc. – zoals de Russische staatsmedia melden – zal het geen verrassing zijn dat de hervormingen mislukken. Zo is Oekraïne nu!
Hoewel vandaag de dag slechts enkele Westerse waarnemers trouw blijven aan dit verhaal – waarmee ze in 2014 populariteit genoten in Europese publieke debatten over Oekraïne – heeft de Russische neo-imperialistische interpretatie van de Oekraïense tegenstrijdigheden nog steeds subliminale gevolgen. In de beleving van veel Europeanen heeft de EU niet met het land Oekraïne te maken, maar eerder met ‘het geval Oekraïne’. Oekraïne is geen natie, maar een soort hopeloze plaats waar de onmogelijkheid van verbetering mythische vormen heeft aangenomen: onpeilbaar, resistent tegen hervorming, doelloos. Het Kremlin en zijn hielenlikkers in het Westen kunnen daar nog aan toevoegen: Omdat het naïeve Westen Oekraïne heeft afgesneden van al haar Russisch-Orthodoxe wortels in Moskou!
Maar, als je het nader bekijkt, hoef je niet terug te grijpen op crypto-racistische Ruslandfobie, antiwesterse paranoia, anti-Oekraïense stereotypes of pan-Slavische nationale mythen om uit te leggen dat de huidige situatie in Oekraïne verontrustend is. De ambivalente resultaten van Kievs hervormingsinspanningen kunnen uitgelegd worden met rationele argumentatie, historische contextualisering en empirische observatie. Het is duidelijk dat het felle verzet van corrupte ambtenaren en schimmige politici – evenals hun poppenspelers uit de oligarchie – tegen de hervormingen een belangrijke factor is. Toch krijgen deze reactionaire krachten kans noch ruimte om het Oekraïne van na Maidan te ondermijnen – enkel vanwege de welbekende systemische en culturele gebreken in het Oekraïense politieke proces.
Na de revolutie beïnvloeden buitenlandse factoren de grote tekorten van de Oekraïense staat, met alle ernstige gevolgen van dien. Rusland heeft een territoriaal significant en bloederige militaire expansie uitgevoerd in het zuiden en oosten van Oekraïne, en heeft de gewapende opmars vergezeld met verschillende vormen van niet-militaire oorlogsvoering. De Russische bezetting van het grondgebied en de hybride oorlog tegen Oekraïne hebben in 2014-2015 een uitzonderlijk zware crisis teweeggebracht.
Hoe konden en kunnen deze factoren de Europeanisering van Oekraïne precies ondermijnen?
Tegenwoordig betwijfelen alleen de meest verstokte Poetin-sympathisanten of Rusland sinds 2014 betrokken is bij de militaire agressie tegen Oekraïne. Veel waarnemers van Oost-Europa begrijpen inmiddels dat het bloederige buitenlandavontuur van Moskou meer te maken heeft met Rusland dan met Oekraïense, binnenlandse aangelegenheden. Zelfs degenen die de gebeurtenissen in Oekraïne niet op de voet volgen kunnen begrijpen welke complexe sociaaleconomische gevolgen de Russische expansie op de Oekraïense samenleving heeft gehad. Oekraïne heeft twee economisch zeer belangrijke gebieden verloren: de Krim en de bezette delen van de Donbas; de regionale economieën van deze gebieden zijn zeer belangrijke onderdelen van de nationale economische cyclus.
De annexatie van de Krim en de bezetting van delen van de Donbas gaan gepaard met grootschalige onteigening van productiefaciliteiten, het confisqueren van overheids- en bedrijveneigendommen, het vernietigen van infrastructuur, en de vervoer van Oekraïense industriële apparatuur en andere kostbaarheden naar Rusland. Bovendien ging en gaat deze gewapende invasie gepaard met een multi-vector niet-militaire oorlog tegen Kiev. Dit geldt ook voor economische sancties, geheime-inlichtingendiensten, internationale propagandacampagnes, cyberaanvallen, diplomatieke interventies, politieke druk, het groeperen van troepen op de Russisch-Oekraïense grens, enzovoorts. Buitenlandse waarnemers begrijpen niet altijd alle aspecten van de hybride oorlog van Moskou, hoewel ook zij Oekraïne in algemene zin en de hervormingsgezinde krachten desastreus verzwakken.
In het voorjaar van 2014 begon Oekraïne – dat op dat moment in militair opzicht nog zeer zwak was – aanzienlijke personele, financiële en materiële middelen (die anders beschikbaar waren voor de civiele economie) te verschuiven naar de gewapende strijdkrachten en militaire productie. In plaats van het ontwikkelen van een internationaal concurrerende export-economie, werd Oekraïne gedwongen om de productiecapaciteit deels om te vormen tot een oorlogseconomie. Duizenden jonge mannen stopten met werken om in dienst te gaan, als beroepsmilitair of vrijwillige strijder. Ook veel (veelal jonge) vrouwen hebben als vrijwilliger aan het front geholpen – sommigen zelfs als sluipschutter of in andere strijdfuncties. De toenemende begrotingsuitgaven voor de Anti-Terroristische Operatie, zoals Kiev het noemt, zijn in Oost-Oekraïne een drukkende last op het Oekraïense overheidsbudget geworden. Daar komt aan het begin van de zomer van 2014 de zorg voor duizenden gewonde, gehandicapte en getraumatiseerde soldaten bij. Ook de hulp aan duizenden internationale vluchtelingen van de Krim en uit de Donbas heeft de druk op de reeds financieel en structureel zwakke Oekraïense staat doen toenemen.
Wat vooral betreurenswaardig is met betrekking tot de hervormingsagenda: sinds het begin van de oorlog zijn het Oekraïense maatschappelijke middenveld en de diaspora in het Westen, sterk gemobiliseerd door de Euromaidan, niet langer gericht op de primaire inspanningen voor de wedergeboorte van Oekraïne. In plaats van het hervormen van Oekraïne is het louter voortbestaan van het land voor veel Oekraïense maatschappelijke groeperingen in zowel binnen- als buitenland de primaire reden tot zorg geworden. Voor veel revolutionairen is het vechten voor of steunen van de oorlog tegen Rusland – in plaats van het hervormen van hun eigen land – missie nummer één geworden.
Al snel kwam er een andere, grote taak bij: het verlichten van het psychische en psychologische lijden van soldaten, burgers en hun families die betrokken zijn bij de oorlog. In plaats van nieuwe wetsvoorstellen ontwerpen, internationale economische banden aanhalen, corruptienetwerken blootleggen, onderwijsprogramma’s ontwikkelen, onnodige uitgaven bepalen, of in het reine komen met de tegenstrijdigheden van het Oekraïense nationale verleden, zijn tienduizenden activisten nu bezig met de oorlog en daarmee samenhangende inspanningen.
Na de revolutie van 2013-2014 had het Oekraïense leger weinig middelen en de staat was erg kwetsbaar. Daarom hebben het levendige Oekraïense middenveld en de diaspora de taak om zich genomen om de oorlogsslachtoffers van medische zorg te voorzien, om de ontheemden te steunen, om wapens, munitie en andere benodigdheden (zoals tenten, kogelvrije vesten, EHBO-koffers) aan te schaffen, en liefdadigheidsevenementen en fondsenwerving te organiseren. Voor duizenden betrokken burgers is hun eerste prioriteit niet langer om Oekraïne te verbeteren, maar hun eerste zorg is louter het voortbestaan van het land. In plaats van een fundamentele hervorming van de Oekraïense samenleving komt er nu iets anders op de eerste plaats: de snelle mobilisatie en consolidatie om het land te verdedigen. Personele en materiële middelen die anders beschikbaar zouden zijn om de hervormingen te bevorderen worden nu ingezet voor defensiedoeleinden.
Deze toch al moeilijke situatie werd al snel verergerd door een buitengewoon forse daling van het bruto binnenlands product, de reële inkomens en de nationale munt (de grivna); deze teloorgang is vooral – maar niet uitsluitend – een gevolg van de hybride oorlog. Ook voor de Russische agressie waren Oekraïners zeer arm. Maar gedurende twee jaar heldhaftig verzet tegen de grootste militaire macht van Europa zijn ze uitgegroeid tot de armste mensen in Europa – armer zelfs dan Albanezen en Moldaviërs.
Bovenop de oorlogsgerelateerde lasten voor de bevolking kwam vervolgens een enorme stijging van de kosten voor gas, water en verwarming – een maatregel die het IMF (het Internationaal Monetair Fonds) heeft opgelegd voor de uitgave van de uitstaande leningen. Voor de duidelijkheid: deze pijnlijke maatregel is veel te laat in werking getreden. Toch heeft deze drastische macro-economische aanpassing in oorlogstijd het schokeffect verergerd van de reeds ernstige financiële en sociale ineenstorting die de bevolking teistert sinds het begin van de Russische interventie. De snelle stijging van deze kosten (als gevolg van een buitenlandse invasie en een hybride oorlog) belemmert de particuliere consumptie, investeringen, de volksgezondheid, de kwaliteit van het leven, enzovoort. De steun van de bevolking voor de nieuwe regering is afgenomen, het heeft een diepe verdeeldheid gebracht in de hervormingscoalitie van het parlement, en het vergemakkelijkt de opkomst van onverantwoordelijk politiek populisme.
Geen van deze observaties kan het trage tempo van de hervormingen in Oekraïne rechtvaardigen. Men zou in plaats daarvan kunnen zeggen dat de kritieke situatie in Oekraïne ervoor zorgt dat de vermindering van de corruptie, het reinigen van het staatsapparaat, stimulering van economische activiteiten, en rationalisering van het overheidsapparaat urgenter is dan ooit. Toch kan iedereen met enige interesse in vergelijkende democratisering en economische hervorming begrijpen dat de huidige situatie in Oekraïne uitzonderlijk is. Om een hervormingsproject uit te voeren dat zo groot is zoals in Oekraïne op dit moment, zou al een enorme taak op zich zijn. Maar toch is het realiseren daarvan – onder omstandigheden van een veelzijdige hybride oorlog van ’s werelds op een na grootste militaire macht langs een van de langste landgrenzen van Europa – echt een enorme taak. Om het onderpresteren van Kiev af te doen als de zoveelste uiting van een groot gebrek van het Oekraïense volk zou simplistisch en ahistorisch, zo niet vernederend zijn. Voor het Westen moet de huidige tegenspoed in de hervorming van Oekraïne dienen als een gelegenheid om de druk op Moskou te verhogen, en Kiev te helpen, in plaats van het geduld met Oekraïne te verliezen.
Door Andreas Umland